Uit cijfers van VeiligheidNL blijkt dat er afgelopen jaarwisseling ongeveer evenveel mensen op de spoedeisende hulp (SEH) belandden als gevolg van een ernstig vuurwerkongeluk dan een jaar eerder. In totaal werden 367 vuurwerkslachtoffers behandeld tijdens oud en nieuw.
Op de 81 spoedeisende-hulpafdelingen was er een lichte stijging in het aandeel jonge slachtoffers. Deze jaarwisseling was 37% van de 367 vuurwerkslachtoffers op de SEH jonger dan 16 jaar, terwijl dat vorig jaar 31% was.
In de regio Rotterdam-Rijnmond werden de meeste slachtoffers behandeld, gevolgd door Haaglanden en Amsterdam-Amstelland. De regio's Haaglanden en Gelderland-Zuid hadden naar verhouding de meeste slachtoffers. Opvallend is dat in de Gooi- en Vechtstreek, de provincie Utrecht en de regio Amsterdam relatief de meeste jongeren onder de 16 werden behandeld.
9% van de vuurwerkletsels werd veroorzaakt door mortierbommen, terwijl 3% door een cobra en 4% door een nitraat. Meer dan de helft van de slachtoffers was degene die het vuurwerk afstak. Volgens VeiligheidNL waren er geen opvallende verschuivingen in het type vuurwerk of het soort letsel dat optrad.